ViS-professional Pieter van der Burg vertelt: het Leiden Bio Science Park
De grootste wetenschapscampus van Nederland; zo stond het Leiden Bio Science Park in het eerste masterplan in 2016 omschreven. Om dit plan werkelijkheid te laten worden zijn er voor dit project binnen de gemeente Leiden verkeerskundigen, landschapsarchitecten, civiele techneuten, vier Projectmanagers en een Projectleider aangetrokken. ViS-professional Pieter van der Burg werkt inmiddels twee jaar als Projectleider aan dit grootse project.
Plannen voor het Leiden Bio Science Park
10 jaar geleden leek het Leiden Bio Science Park meer op een industrieterrein dan een campus. Om het een aantrekkelijker te maken voor buitenlandse bioscience bedrijven is er een masterplan gemaakt. In het afgelopen jaar zijn er dagelijks 8000 fietsers en 5000 voetgangers het Bio Science Park in en uit gegaan. Door COVID-19 is dit iets terug gedrongen. Het plan gaat ervan uit dat het park uiteindelijk maar liefst 29.000 wonenden en werkenden kan huizen, waardoor het dagelijkse verkeer natuurlijk ook enorm gaat toenemen.
In 2019 is er een schetsontwerp gemaakt en in 2020 het voorlopige ontwerp. “Wat dit project zo complex maakt, is dat er verschillende grondeigenaren zijn. Zo zijn de Universiteit Leiden en de Gemeente de grootste grondeigenaren, maar bijvoorbeeld Jansen Biologics is ook eigenaar van een stuk grond.”, vertelt Pieter. Pieters werk bestaat met name uit Duurzame Reconstructie Openbare Ruimte en Infrastructuur (DRORI). De rode lijn op de kaart is de reconstructie waar Pieter zich mee bezig houdt. Pieter: “Naast dat ik werk aan de reconstructie ben ik ook veel bezig met omgevingsmanagement. Zo krijgen we veel vragen uit de omgeving, bijvoorbeeld van bedrijven die aansluiten op de weg.”
Samenwerken
Na het aanbestedingsproces heeft Pieter samen met de BAM een bouwteam opgesteld. Aan BAM is gevraagd het definitieve ontwerp uit te werken, waarin ook de ecologische vraagstukken zijn verwerkt. Aangezien het team nauw gaat samenwerken is er eerst aan alle externe partijen gevraagd een ‘Insight profiel’ aan te maken. Op deze manier wordt onder andere inzichtelijk hoe er wordt omgegaan met anderen en wat de sterke punten en zwakke punten zijn. Door een partij te kiezen met een ‘Insight profiel’ dat goed aansluit is de kans op een goede samenwerking groot. Pieter: “Tot nu toe verloopt de samenwerking erg prettig. We hebben bijvoorbeeld regelmatig een kwartiertje ingepland, waarbij iedereen alles op tafel mag gooien. En dat werkt goed.”
Stand van zaken
“De planning was om in oktober te starten, echter heeft de platte schijfhoren roet in het eten gegooid.”, aldus Pieter. In juni heeft er een ecologisch onderzoek plaats gevonden en toen is in het gebied de platte schijfhoren ontdekt. Dit slakje komt normaal niet in dit gebied voor en is daarom Europees beschermd. Pieter: “We hebben nu eerst een ontheffing moeten aanvragen, waarin we moeten aangeven wat we gaan doen om meer leefgebied te creëren voor het slakje. Het slakje komt namelijk precies voor in clusters waar we het water willen dempen. De ontheffing is ingediend in juli, echter de behandeltermijn is 13 tot 21 weken. De Projectmanagers zijn bezig met dit proces te laten versnellen, aangezien het werkgebied binnen een bepaalde tijd in gebruik moet zijn genomen, willen we gebruik kunnen maken van de subsidie.” De reconstructie zal in de eerste helft van 2023 worden opgeleverd.
Verschillende facetten
Door de vele ontwikkelingen en de diversiteit aan werkzaamheden vind Pieter zijn werk ontzettend leuk: “Ik heb met verschillende facetten te maken en er komt zo veel bij kijken om alles op tijd bij elkaar te laten komen, van zo’n uitdaging wordt ik erg blij. Ook het contact met alle partijen is ontzettend leuk. De ene dag ben ik in gesprek met iemand van het waterschap en de volgende dag met de universiteit. Als Projectleider is mijn functie niet alleen technisch, maar bijvoorbeeld ook ecologisch. Ook werkt het erg prettig om via ViS gedetacheerd te zijn. Ik kan goed sparren met mijn adviseur en het is fijn om een luisterend oor te hebben buiten de werkomgeving.”, aldus Pieter.